Uw kinderen zijn uw kinderen niet.
De jeugd van tegenwoordig. Hoeveel clichés zijn er van die leeftijdscategorie niet op de markt? Vaak uit de mond van would-be perfecte ouders komen uitspraken als: “De jeugd weet niet meer wat werken is” of “De jeugd van tegenwoordig kan niet meer spelen”.
Voor alles wat kan mislopen in de maatschappij, wordt de jongere nagewezen.
Eén ding wordt wel eens vergeten. Kinderen hebben (in principe) ouders. In langvervlogen tijden heb ik tijdens één of andere psychologieles geleerd dat ouders toch voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Als je dat vertaalt naar deze 21e eeuw, dan kom je tot de verbijsterende conclusie dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet.
Gedaan met het schelden op de dochter omdat ze een xtc-pilletje heeft ingenomen. Het ligt aan die memorabele dag in de opvoeding, ondertussen vijf jaar geleden, toen zij haar vader zag een viagrapil inslikken.
En een pedagogische tik geven aan de zoon die de auto bijna in prak reed tijdens zijn eerste nachtje-uit, is uit den boze want als vader gaf jij het voorbeeld door tijdens het rij-examen pardoes in een begrafenisstoet te rijden.
Kinderen kunnen hard zijn. Zo hoorde ik onlangs een collega zeggen dat hij als vaderdagcadeau een kadertje had gekregen met de tekst ‘Je hebt de kinderen die je verdient’. Wat moet je daarvan maken?!
Op het gevaar één of andere jeugdraad of kinderparlement over de vloer te krijgen, durf ik toch stellen dat de jeugd van tegenwoordig toch wel merkwaardige normen en omgangsvormen heeft.
In de sixties, seventies en eighties was het de normaalste zaak dat de mannelijke helft van een verliefd koppel bij tijd en wijlen een briefje stuurde, een belletje deed naar de vrouwelijke helft. Zeker in periodes van vakantie, want het afscheid kon wel eens zwaar vallen. Nu zijn er blijkbaar afspraken om geen euro te besteden aan priorzegels en telefoonkaarten. Sommigen noemen dat de zuinigheid van de jeugd. Al denk ik dat het eerder gierigheid is.
Was vroeger het ultieme telefoongesprek gekruid met liefkozende naampjes en geheimpjes, is het nu vaak een eerder zakelijk gesprek waarin gepeild wordt naar de aandelenkoers, de tussenstand in Westerlo-Standard of het mechanisme van een koekoeksklok.
Veel ouders pogen zich op te peppen door als avondgebed het bekende gedicht van Kahil Gibran af te rammelen als een mantra. ‘Uw kinderen zijn uw kinderen niet. Ze zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelve”. Niet voor alle ouders brengt dit gebed voldoende soelaas. Ze blijven hun blik naar het verleden slaan.
Telefoneren kon vroeger uitzonderlijk eens. Net ver van de telefoon hielden de ouders stilzwijgend de wacht én deden na maximaal vier minuten reeds duidelijke tekenen dat het afgelopen mocht zijn. De telefoonrekening moest onder controle gehouden worden.
Ook dat is de dag van vandaag geen argument meer. Uren telefoneren. Dat moet kunnen, en dankzij het internet én een paar extra kabeltjes is dat nagenoeg gratis.
De jeugd van tegenwoordig.
Ze is sociaal.
Ze strijdt voor haar ideaal.
Ze vindt al wie ouder is dan 21 jaar, nagenoeg stokoud.
Ze is lief.
Ze weet wat Kahil Gibran geschreven heeft én houdt die spiegel regelmatig voor hun ouders, bij wijze van troost en steun: ‘Uw kinderen zijn uw kinderen niet. U mag ze geven van uw liefde, maar niet van uw gedachten’.
In gedachten weet ik dat de huidige jeugd binnen twintig jaar net dezelfde tekst zal kunnen schrijven.
Of het zou moeten zijn dat er tegen dan een nieuwe profeet is opgestaan die legendarische woorden op papier zet. Woorden die misschien dan ook als avondgebed gelezen worden.
Iets in de trant van ‘Uw ouders zijn uw ouders niet. Maar het zijn de vaders en moeders van ’s levens hunkering naar zichzelve. Zij brachten u ter wereld. Ge moet ze geven van uw liefde, maar zeker nooit van uw gedachten. Ge moogt ze niet in een rustoord plaatsen, maar levenslang opnemen in uw huis. Ge moogt hun lichaam niet laten aftakelen, en respect tonen voor hun ziel. Want hun ziel woonde in het huis van gisteren, dat ge nooit hebt kunnen betreden, zelfs niet in uw dromen. Ge moogt ernaar streven aan hen gelijk te worden, maar het zal je nimmer lukken..
Wie weet. Ik ben alvast benieuwd.
Voor alles wat kan mislopen in de maatschappij, wordt de jongere nagewezen.
Eén ding wordt wel eens vergeten. Kinderen hebben (in principe) ouders. In langvervlogen tijden heb ik tijdens één of andere psychologieles geleerd dat ouders toch voor een belangrijk deel verantwoordelijk zijn voor de opvoeding. Als je dat vertaalt naar deze 21e eeuw, dan kom je tot de verbijsterende conclusie dat de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet.
Gedaan met het schelden op de dochter omdat ze een xtc-pilletje heeft ingenomen. Het ligt aan die memorabele dag in de opvoeding, ondertussen vijf jaar geleden, toen zij haar vader zag een viagrapil inslikken.
En een pedagogische tik geven aan de zoon die de auto bijna in prak reed tijdens zijn eerste nachtje-uit, is uit den boze want als vader gaf jij het voorbeeld door tijdens het rij-examen pardoes in een begrafenisstoet te rijden.
Kinderen kunnen hard zijn. Zo hoorde ik onlangs een collega zeggen dat hij als vaderdagcadeau een kadertje had gekregen met de tekst ‘Je hebt de kinderen die je verdient’. Wat moet je daarvan maken?!
Op het gevaar één of andere jeugdraad of kinderparlement over de vloer te krijgen, durf ik toch stellen dat de jeugd van tegenwoordig toch wel merkwaardige normen en omgangsvormen heeft.
In de sixties, seventies en eighties was het de normaalste zaak dat de mannelijke helft van een verliefd koppel bij tijd en wijlen een briefje stuurde, een belletje deed naar de vrouwelijke helft. Zeker in periodes van vakantie, want het afscheid kon wel eens zwaar vallen. Nu zijn er blijkbaar afspraken om geen euro te besteden aan priorzegels en telefoonkaarten. Sommigen noemen dat de zuinigheid van de jeugd. Al denk ik dat het eerder gierigheid is.
Was vroeger het ultieme telefoongesprek gekruid met liefkozende naampjes en geheimpjes, is het nu vaak een eerder zakelijk gesprek waarin gepeild wordt naar de aandelenkoers, de tussenstand in Westerlo-Standard of het mechanisme van een koekoeksklok.
Veel ouders pogen zich op te peppen door als avondgebed het bekende gedicht van Kahil Gibran af te rammelen als een mantra. ‘Uw kinderen zijn uw kinderen niet. Ze zijn de zonen en dochters van ’s levens hunkering naar zichzelve”. Niet voor alle ouders brengt dit gebed voldoende soelaas. Ze blijven hun blik naar het verleden slaan.
Telefoneren kon vroeger uitzonderlijk eens. Net ver van de telefoon hielden de ouders stilzwijgend de wacht én deden na maximaal vier minuten reeds duidelijke tekenen dat het afgelopen mocht zijn. De telefoonrekening moest onder controle gehouden worden.
Ook dat is de dag van vandaag geen argument meer. Uren telefoneren. Dat moet kunnen, en dankzij het internet én een paar extra kabeltjes is dat nagenoeg gratis.
De jeugd van tegenwoordig.
Ze is sociaal.
Ze strijdt voor haar ideaal.
Ze vindt al wie ouder is dan 21 jaar, nagenoeg stokoud.
Ze is lief.
Ze weet wat Kahil Gibran geschreven heeft én houdt die spiegel regelmatig voor hun ouders, bij wijze van troost en steun: ‘Uw kinderen zijn uw kinderen niet. U mag ze geven van uw liefde, maar niet van uw gedachten’.
In gedachten weet ik dat de huidige jeugd binnen twintig jaar net dezelfde tekst zal kunnen schrijven.
Of het zou moeten zijn dat er tegen dan een nieuwe profeet is opgestaan die legendarische woorden op papier zet. Woorden die misschien dan ook als avondgebed gelezen worden.
Iets in de trant van ‘Uw ouders zijn uw ouders niet. Maar het zijn de vaders en moeders van ’s levens hunkering naar zichzelve. Zij brachten u ter wereld. Ge moet ze geven van uw liefde, maar zeker nooit van uw gedachten. Ge moogt ze niet in een rustoord plaatsen, maar levenslang opnemen in uw huis. Ge moogt hun lichaam niet laten aftakelen, en respect tonen voor hun ziel. Want hun ziel woonde in het huis van gisteren, dat ge nooit hebt kunnen betreden, zelfs niet in uw dromen. Ge moogt ernaar streven aan hen gelijk te worden, maar het zal je nimmer lukken..
Wie weet. Ik ben alvast benieuwd.
9 Reacties
Ik reken mezelf ook nog af en toe bij de jeugd (en ik ben er al 21). Boven de 21 is nu ook weer niet stokoud ;-) Trouwens, je bent zo oud als je jezelf voelt
En wat is de moraal van 't verhaal?
't'Komt allemaal wel goed !!
ik heb de jeugd X 3 in huis en ik leer en geniet er elke dag van. ik erger me ook vaak te pletter. dat is samenleven zeker?
Ben ik dan oud? :)
Leveren dan de "ouderen" niet af en toe frustraties op?
Je bent hoe je opgevoed bent en je kinderen worden hoe je ze opvoedt.
Maar natuurlijk levert de "maatschappij" ook een behoorlijke invloed op de ontwikkeling.
Belangrijkste moraal naar mij idee: Leer te genieten, geniet waar en wanneer je kan en geef dat ook door! En laat verder ieder in z'n waarde.
tja in de bijbel staat zo iets van: "ouders wees gehoorzaam aan uw kinderen"... of was het andersom...lol
De jeugd van tegenwoordig is de toekomst van morgen zeg ik dan!
Er is altijd een "jeugd van tegenwoordig" geweest. Enkel de omgeving, het kader veranderd.
Wow! Scherp geschreven, complimenten!
Een reactie posten
<< Home