maandag, maart 06, 2006

Een valse noot

Soms overstijgt de realiteit alle fantasie. En dat is voor een cursiefschrijver zeker meegenomen. Het komt er alleen op aan de werkelijkheid zo te gaan beschrijven dat ze geloofwaardig overkomt ondanks alle ongeloofwaardigheden.
Enfin, beste lezer, het wordt straks wel duidelijk.

Als nieuwbakken erelid van de Fanfare Sint-Cecilia kon ik het niet maken om zaterdag laatstleden niet aanwezig te zijn op het 31ste concert.
Dus na een frisse douche, een snelcursus 'notenleer' en het opzoeken in de dikke Van Dale van het onderscheid tussen een fanfare en een harmonie trok ik richting West-Vlaanderen.

In het mooie kader van de Lissewal zou de muzikale avond zich afspelen.
En net als op een woensdagochtend aan de Aldi's in Vlaanderen, waren ook hier reeds tientallen ongeduldigen samengetroept voor de deur, in afwachting van het moment suprême, waarop de deuren zich zouden openen én ieder zich zo vlug mogelijk naar de juiste (=beste) tafel kon begeven.

En wat doet een 'outsider' - eens hij zich heeft neergenesteld aan een bijna-ere-tafel?
Speuren in de zaal.
Kijken of er nog bekend volk is.
Zou Jean-Marie toevallig niet van de partij zijn?
En is in de verte Tania Dexters niet te bekennen?
Dàt noemen ze nu een klassiek voorbeeld van 'wishfull thinking'.

45 muzikanten hadden zich al deftig 'ingespeeld' én de allerlaatste valse noten definitief uit hun instrument geblazen, getokkeld of geslaan.
Ze maakten zich stilletjes aan klaar om hèt podium te betreden.

Op dat eigenste moment zie ik een mansfiguur, met een niet-alledaags muziekinstrument de zaal binnenkomen.
Hij stevigt met haastige tred richting podium.
Terwijl ik hem bekijk - valt er mij iets op dat ik echter op dat moment niet goed kan plaatsen.
Het heeft te maken met zijn outfit.

Vijf meter vóór het podium staat hij plots stokstijf stil.
Een collega-muzikant staat zwaar te gesticuleren naar hem.
Dan valt blijkbaar de spreekwoordelijke frank/euro.
Hij draait zich om én snelt de zaal uit.
Acht minuten later is hij er terug.
Hij neemt zijn voorbehouden plaatsje in.
Het concert kan beginnen.

Maar wellicht vraag je je af wat er aan de hand was.
Zoals reeds geschreven: realiteit is vaak hilarischer dan fantasie.
Onze dierbare muzikant, wellicht één uit de groep verstrooide muziekprofessoren, was de zaal binnengekomen in het muziekkostuum van een concurrerende fanfare!!
Stel je voor dat Gert Verheyen het veld komt opgestapt in het truitje van de Charlerloi-zebra's.
Of dat koning Albert bij zijn nieuwjaarsspeech een tulband draagt!

Teneinde dergelijke misstappen te voorkomen, kan de fanfare misschien overwegen om aan zijn muzikanten een 'kamermeisje' of een 'kamerjongen' (naargelang de voorkeur)' toe te wijzen!