donderdag, maart 19, 2009

Vooruitgang

Je kent ze wel. De kinderen, die ’s avonds gretig naar de reclamespots op televisie kijken en ’s anderendaags hun zakgeld gebruiken om het nieuwste van het nieuwste te kopen. Uit pedagogisch onderzoek is gebleken dat het hier meestal gaat over 12 tot 14-jarigen. Volwassenen die dergelijk gedrag vertonen, krijgen dan al vlug het stigma opgeplakt van ‘het zijn juist kinderen’.

In die situatie bevond ik mij ongeveer een jaar geleden.

In één van mijn schrijfboeken ontdekte ik volgende story!

"De opvolger van Etienne Schouppe heeft niet stilgezeten. In dezelfde week dat het Atochastation definitief op de wereldkaart werd gezet, werd een nieuw initiatief van onze eigenste NMBS op een druk bijgewoonde persconferentie voorgesteld. Een treinticket kopen vanuit de luie zetel.

Dus als groot klein kind wil ik dat vanzelfsprekend uitproberen.
Ik heb – toevallig of niet – een treinreis in het vooruitzicht.

In mijn herinneringen duiken de beelden op van lange rij wachtenden aan het loket. Of van die keer dat het microfoontje aan de andere kant van het loketglas blijkbaar niet werkte, en ik in een overvolle stationshal luidkeels moest roepen dat ik naar Blankenberge wou. Heen en terug tweede klas. Ik meende dat ik tientallen wachtenden zag grijnzen of glimlachten. Ik hield er zeker rode kaken van over, toen de dame nà mij naar de slaperig uitziende loketbediende tierde dat ze naar Parijs wou. Enkele reis. Eerste klas.

Die vernederingen zullen nu volledig tot het verleden behoren, dankzij de nieuwe uitvinding van de spoorwegen.

Ik zet me vóór het computerscherm in mijn luie stoel. Ik surf klokvast naar de treinsite en breng de gevraagde gegevens in. Meteen komt de onrustwekkende gedachte in mij op dat zelfs een hacker in kinderschoenen in dat systeem toch moeten kunnen inbreken. Maar dat kan mij nu geen barst schelen. Mijn enige betrachting is een geldig ticket in mijn bezit krijgen. En wonderwel, na een paar minuutjes waarbij ik niet heb moeten ingeven dat ik mooie blauwe ogen heb, dat ik schoenmaat 47 heb (bij bepaalde merken althans), dat ik naar Leuven moet om wetenschappelijke redenen, dat ik in feite door op de trein te springen me niet direct op reis voel, … kan ik overgaan tot printen van een ticket;
Ik spaar de kleurencartridge én daar komt het ticket uit de printer.
Een ticket? Het lijkt eerder op een blad uit één of andere universitaire cursus. Het is alvast niet handig om in de broek- of jaszak te steken. Dus maar in een dunne ringmap steken?

Nu besef ik dat ik waarschijnlijk wel één van de eersten ben die het geriskeerd heeft om het spoor van de digitale treinwereld te volgen. Ik woon al niet in een grootstad én het kleine stationnetje op enkele kilometers van mijn woonplaats, lijkt mij toch al stokoud. Van een computer is er daar mijns inziens nog geen sprake.
En wat dan gezegd van de treinconducteur, bijna op het einde van zijn carrière. De enige sprong dat hij op de carrièreladder maakte, van toen het kaartjesknippen aan de deuren van het perron afgeschaft werd én hij vanaf dan de treinbiljetten moest controleren in de treintoestellen.


Ik vrees dat hij nog geen boter heeft gegeten van informatica. Erger nog, wetende dat de informatiedoorstroming vanuit de top van de NMBS naar de basis niet klokvast is én met lange wachttijden gepaard gaat – zie ik mijn ritje naar Leuven opeens minder positief tegemoet.

In mijn treincoupé hou ik iedereen onopvallend in de gaten. En probeer te ontdekken of er nog individuen zijn met cursusachtige ticketten. Even denk ik prijs te hebben, wanneer een studente haar rugzak induikt én met een wit bedrukt blad begint te zwaaien naar haar vriendje. Die pakt op zijn beurt het blad af en begint het af te lezen; ‘Hoe voel ik liefde voor de rode trein, die daar zo onbesuisd langs de weiden raast?’

De treinconducteur komt eraan.
Mijn handen beginnen zweterig aan te voelen.
‘Ticketten a.u.b.’
Ik geef hem het kopieerpapier.
Hij fronst de wenkbrauwen, bekijkt het blad nu eens via de voorkant, dan eens via de achterkant.
Hij kijkt naar mij. Daarna naar het blad.

Mijn medepassagiers beginnen zich wat te interesseren in het voorval.
Ik meen een glimlach bij de meesten te ontdekken.
Schaamrood is er nog niet op de wangen, misschien is de tint eerder lijkbleek.
De conducteur vraagt mijn identiteitskaart.
Op die kaart staat mijn foto, daterend uit 1994 ( dus nog vóór de golfcrisis).
Hij kijkt naar mijn foto, dan naar mij, dan naar mijn blad.
Hij zwijgt, kijkt nog even rond
En geeft dan nonchalant de papieren terug.
‘Goeiemiddag’

Ik vermoed dat hij via zijn gsm en walkietalkie andere treinconducteurs uit de streek geïnformeerd heeft over het verdachte papier dat een semi-verdacht individu hem getoond heeft.
Want hoe valt anders te verklaren dat ik vandaag op mijn weg naar Leuven en terug naar huis vijf keer een conducteur voor mijn neus kreeg.

Volgende week neem ik zeker weer plaats in de lange rij wachtenden voor het loket;
Zeker weten!"

Labels:

zondag, maart 08, 2009

Still alive

'I'm still alive' ... want sommige bezoekers beginnen zich af te vragen of Cursief Huigje nog op deze wereld vertoeft.
Ja, dus ... het is lang stilgeweest ... maar het betekent niet dat Cursief Huigej stilgezeten heeft, integendeel ...

- hij maakte mee hoe éne Bart Peeters (ja, die van 'Mag ik u kussen?) een ongelooflijk fantastisch optreden bracht in de Aalsterse Werf. Wie dus nog aan kaartjes geraakt voor 'Een hemel in het klad', je krijgt gegarandeerd een muzikaal hoogstaande en ontspannende avond aangeboden.

- hij vertoefde enkele dagen in het dichtbije Eifelgebied. Vermeed er de karnavalsgekte, al zag hij wel ergens een paard in de gang staan. Het weekendje leverde wel enkele foto's op.

- hij is weer eens in blijde verwachting! Een paar jaar geleden gaf de vaatwas de geest. Ik was er zo kwaad op dat ik hem niet direct wou vervangen. Maar het rouwproces is nu achter de rug. Cursief Huigje is weer volop klaar om vanaf volgende week de nieuwe vaatwas deskundig te vullen.

- hij vertoefde meerdere keren in het containerpark. En stelde vast dat de kookpotten die hij op semi-professionele wijze de container-voor-metalen, inkieperde ... drie minuten later weer het containterpark verlieten, onder de armen van een spichtig jonge kerel. Enfin, het doet me allemaal denken aan het verhaal van Chris die enkele jaren geleden op reis was in Frankrijk. Een echte natuurliefhebber, die veel wandelingen maakte en steeds op zoek was naar groene omgevingen. Op één van zijn tochten zag hij plots een wegwijzer staan met de melding: 'Parc à conteneur'. Hij was meteen in de hoogste wolken, weer een nieuw natuurpark ontdekt. Helaas dus, al wat Chris ontdekte was een 'groene jongen' die in zijn beste Frans vroeg welk soort afval hij wou achterlaten.

Labels: