donderdag, maart 23, 2006

Top of the bill

De dag nadat Helmut Lotti zijn allernieuwste 'kreuner-cd' boven de doopvont hield, haalt muzikaal Vlaanderen bijna opnieuw het wereldnieuws.
Iedereen kent het gezegde: 'Muziek is onsterfelijk' (citaat van den Elvis). Nu gaat men in Vlaanderen nog een stapje verder: nu is niet alleen de muziek op zich onsterfelijk, maar blijkbaar ook de vertolker ervan.

Als lid van de grote Gezinsbond kan je op 18 april aan sterk verminderde prijzen naar de jubileumeditie van 'Houden van ...'.

En als je de waslijst artiesten ziet die er hun 'comeback' maken, dan kan je niet anders d
an zo vlug mogelijk de ticketlijn bellen.

Wie staat er volgens de Bond straks allemaal op het Antwerpse Sportpaleispodium?

Rocco Granata; een bijna 70-jarige halfbelg-halfitaliaan die in mijn geboortejaar 1959 de wereld door elkaar schudde met de monsterhit Marina.
Lize Marke; zij slaagde erin om in 1965 allerlaatste te worden op het eurosongfestival met nul punten (daar is de uitdrukking 'Belgium, zero points' ontstaan). Kan Kate dat record evenaren?
Tim Visterin; een 66
-jarige rare vogel die 36 jaar geleden toch een deuntje schreef dat ik nu nog steeds nagenoeg letterlijk kan meezingen: "Merlijn de grote tovenaar. Zat op een dag langs de boulevard. Een kleine jongen zeer bedaard met wipneus en weerspannig haar ...."
Ivan Heylen; deze wilde boerenzoon werd onsterfelijk door zijn unieke songteksten: en totte mij, totte mij ghul de nacht, doe ut dan schoon wijveke'. En zeg nu zelf:dat klinkt toch heel wat anders dan 'Je t'adore'.
Jean Walter; deze 84-jarige zal niet meteen de Carré in vuur en vlam zetten, maar kan wellicht leeftijdsgenoten à la Esterella nog in vervoering brengen.


Maar wie is volgens de Bond (23.03.2006) de "top of the bill"?
Niemand minder dan Stafke Fabri.

De verzamelde wereldpers zal getuige kunnen zijn van zijn megahit ''t Zijn zotten die werken!".

Of die song 'live' wordt gezongen, betwijfel ik echter.

Want ... op 8 jan
uari ll gaf hij op 72-jarige leeftijd de geest.

zondag, maart 19, 2006

Voetbalschandaal

Het zijn harde tijden voor de ware voetballiefhebber. Hij heeft mogen ondervinden dat de lijfspreuk 'Met alle Chinezen, maar niet met den dezen' niet geldt in de wereld van buitenspel, penalty en lobballen.
De Chinees Yé blijft spoorloos. Zou de Belgische Staatsveiligheid hier ergens mee te maken hebben?!
Hoedanook, ook de sportjournalist weet de dag van vandaag niet echt goed van welk hout pijlen maken. Moet hij nu voortdurend kritisch verslag uitbrengen van een voetbalmatch? En als bv Kompany struikelt over zijn eigen voeten, meteen onze gewezen Gouden Schoen verdenken van Alatta-praktijken? En wat te zeggen van Philip Clement die wel eens durft te scoren tegen zijn eigen ploeg?

Als ik de verslaggeving er op nalees, dan stel ik vast dat er binnen de sportjournalistiek blijkbaar een afspraak is gemaakt om 'de voetballers' te ont-persoonlijken. Ze te gaan benaderen en te beschrijven als "dingen". 'Dingen"- die geen eigen wil hebben én dus volgens die redenering niet verdacht kunnen worden van corrupte praktijken!
Of willen ze protesteren - omdat ze vinden dat zij ook hun 'beroepseer' geschonden is?

Want wat las ik onlangs op www.sport.be in de verslaggeving van een match van Standaard ?

" 04' Conceicao is er door een blessure niet bij, maar in tegenstelling tot eerdere geruchten zit het wel in de tribune."

Of bedoelen de journalisten 'Yé' wanneer ze 'het' schrijven?
Wie zal 'het' zeggen?
Misschien kunnen we 'het' vragen aan onze kroonprins. Of weet die ook van toeten noch blazen?

maandag, maart 06, 2006

Een valse noot

Soms overstijgt de realiteit alle fantasie. En dat is voor een cursiefschrijver zeker meegenomen. Het komt er alleen op aan de werkelijkheid zo te gaan beschrijven dat ze geloofwaardig overkomt ondanks alle ongeloofwaardigheden.
Enfin, beste lezer, het wordt straks wel duidelijk.

Als nieuwbakken erelid van de Fanfare Sint-Cecilia kon ik het niet maken om zaterdag laatstleden niet aanwezig te zijn op het 31ste concert.
Dus na een frisse douche, een snelcursus 'notenleer' en het opzoeken in de dikke Van Dale van het onderscheid tussen een fanfare en een harmonie trok ik richting West-Vlaanderen.

In het mooie kader van de Lissewal zou de muzikale avond zich afspelen.
En net als op een woensdagochtend aan de Aldi's in Vlaanderen, waren ook hier reeds tientallen ongeduldigen samengetroept voor de deur, in afwachting van het moment suprême, waarop de deuren zich zouden openen én ieder zich zo vlug mogelijk naar de juiste (=beste) tafel kon begeven.

En wat doet een 'outsider' - eens hij zich heeft neergenesteld aan een bijna-ere-tafel?
Speuren in de zaal.
Kijken of er nog bekend volk is.
Zou Jean-Marie toevallig niet van de partij zijn?
En is in de verte Tania Dexters niet te bekennen?
Dàt noemen ze nu een klassiek voorbeeld van 'wishfull thinking'.

45 muzikanten hadden zich al deftig 'ingespeeld' én de allerlaatste valse noten definitief uit hun instrument geblazen, getokkeld of geslaan.
Ze maakten zich stilletjes aan klaar om hèt podium te betreden.

Op dat eigenste moment zie ik een mansfiguur, met een niet-alledaags muziekinstrument de zaal binnenkomen.
Hij stevigt met haastige tred richting podium.
Terwijl ik hem bekijk - valt er mij iets op dat ik echter op dat moment niet goed kan plaatsen.
Het heeft te maken met zijn outfit.

Vijf meter vóór het podium staat hij plots stokstijf stil.
Een collega-muzikant staat zwaar te gesticuleren naar hem.
Dan valt blijkbaar de spreekwoordelijke frank/euro.
Hij draait zich om én snelt de zaal uit.
Acht minuten later is hij er terug.
Hij neemt zijn voorbehouden plaatsje in.
Het concert kan beginnen.

Maar wellicht vraag je je af wat er aan de hand was.
Zoals reeds geschreven: realiteit is vaak hilarischer dan fantasie.
Onze dierbare muzikant, wellicht één uit de groep verstrooide muziekprofessoren, was de zaal binnengekomen in het muziekkostuum van een concurrerende fanfare!!
Stel je voor dat Gert Verheyen het veld komt opgestapt in het truitje van de Charlerloi-zebra's.
Of dat koning Albert bij zijn nieuwjaarsspeech een tulband draagt!

Teneinde dergelijke misstappen te voorkomen, kan de fanfare misschien overwegen om aan zijn muzikanten een 'kamermeisje' of een 'kamerjongen' (naargelang de voorkeur)' toe te wijzen!


zaterdag, maart 04, 2006

Erelidmaatschap

Ik ben erelid.
Ik weet het: dàt klinkt niet slecht.
En betekent het misschien niet zoveel bij 'leven' - bij zeer velen is hèt toch iets dat op hun doodbrief vermeld wordt.

Hoe geraakt een mens aan een erelidmaatschap?
Ik moet toegeven dat ik daarvoor geen halsbrekende toeren heb moeten uithalen.
Ik heb zelfs geen unieke én volhardende prestatie moeten leveren.
Werd ik erelid wegens jarenlange bewezen diensten?
Helaas voor mijn zelfbeeld is het antwoord op deze vraag ook negatief - want enkele jaren door een 2de of 3de Bugel blazen, is niet meteen de muzikale prestatie van de eeuw.

De enige reden waarom ik erelid ben én ik ook in bezit ben van ... jawel ... een 'Erelidkaart' is dat ik wat geld overschreef op een rekeningnummer van de Koninklijke Fanfare Sint-Cecilia.
Dat klinkt kapitalistisch.
Dat klinkt zelfs heel gewoontjes.
En het moge gezegd: ik zou heel goed kunnen begrijpen dat lezers - die omwille van hun inzet, talent, prestatie ... een eretitel kregen - mij beschouwen als 'onterechte' bezitter van de titel 'Erelid'.

Maar ter mijner verdediging wil ik twee zaken aanbrengen
- via het erelidmaatschap - verleen ik steun aan het (Westvlaams) cultuurgoed (zoals vermeld staat in kleine lettertjes op mijn lidkaart).
- een mens zou het mij niet altijd aangeven maar mijn steun is een weloverwogen keuze. Ik schrijf geen geld over voor 'Het leger des Heils', 'De Erdalzoektocht' of 'Red de zeepaling' - maar voor een stukje nostalgie, een beetje roots, een vleugje hemel én een snuifje familiegeschiedenis.

Beste lezer: ik beloof dan ook op mijn communiezieltje uiterste zorg te dragen voor mijn 'Erelidkaart' én te proberen waardige uitdrager te zijn van waarden, die geassocieerd worden met het Erelidschap: zijnde bescheidenheid, muzikaal vertrouwen én eeuwige trouw.

Ik begin aan die belangeloze missie.
Vanavond om 20 u ben ik enthousiaste toehoorder op het 31ste concert van dè fanfare.
Benieuwd of ik aan een eretafel zal zitten!