Onlangs verscheen de nieuwe Midas Dekkers, LICHAMELIJKE OEFENING: een heerlijk dik, rijk geïllustreerd boek over de verering van spierkracht. Zijn uitgangspunt is dat sport voor niets nodig is. Dat kan best zijn, maar wat me meer bezighoudt - is de vraag of er zoiets bestaat als een 'sportgen' - dat bepaalt wie zonder problemen de Koppenberg opraast, of wie altijd de pineut is om die te voet te moeten beklimmen.
Bij het aanhoren van een verhaal waarbij Femke (23) vertelde dat haar moeder (48) twee keer per week gaat joggen, haar grootmoeder (72) dagelijks drie kwartier op de hometrainer doorbrengt, haar grootvader (76) wekelijks de afstand (zijnde 5 km) van zijn woning naar het verste café van de gemeente aflegde – kon ik niet anders zeggen dat de sportiviteit duidelijk in die familie zit.
Wanneer ik mijn familie eens overschouw, de stamboom verder determineer stel ik tot mijn eigen verbazing vast dat er toch wel wat sportief gekleurd bloed aanwezig is.
Voorlopig echter zonder grootse resultaten.
1. Tante Louise moest ooit op doktersadvies regelmatig gaan zwemmen.
Ze kocht meteen een abonnement voor het openzwembad.
Voor haar eerste zwempartij trok ze haar splinternieuw badpak (rood met witte strepen – kwestie om tante Louise een beetje smaller te laten uitzien dan dat ze in feite is) aan.
De zwemsessie eindigde op een sisser.
Ze geraakte halverwege het 25 meterbad in moeilijkheden.
De plaatselijke gymleraar was er gelukkig om haar te komen redden.
Hij was ietwat minder gelukkig omdat hij mond-aan-mondademhaling moest doen.
En tante Louise is iemand die van ’s morgens vroeg reeds sterk aan de knoflook zat.
Einde zwemcarrière.
2. Nonkel Robert had alles in zich om een fantastische renner te worden.
Hij kreeg van zijn suikernonkel een echte koersfiets, zo eentje met 16 versnellingen.
Voor nieuwjaar kreeg hij dan van tante Geneviève een koerstrui (XXL) en een zwarte koersbroek (L).
De broer van Robert – zijnde mijn nonkel Gabriël drong zich op tot manager, sportbegeleider en mecanicien van de Merckx-in-spe. De eerste wielerkoers, toevallig in eigen gemeente, zou de carrière van Robert in een versnelling (56x13) brengen.
Driemaal helaas.
De mannen van de gemeente waren al bijna klaar met het afbreken van het podium, toen nonkel Robert totaal bezweet, de ogen starend naar het oneindige, over de eindstreep strompelde. Veertig minuten na de overwinnaar.
Einde wielercarrière.
Alle hoop is nu gevestigd op de benjamin van de familie. Neefje Theodoor zal zijn moment van glorie kennen tijdens de komende wereldkampioenschappen atletiek in Osaka en meer bepaald in de marathon.
Daartoe volgt hij een strak trainingsschema, nog opgesteld door de kleine Lismont.
Verder volgt hij een streng dieet (één biefstukje om de veertien dagen, tussendoor een gesneden brood).
De sportieve eer van de familie zal gered worden.
Ik ben ervan overtuigd.
Het zit er zeker in.
Nu moet het er enkel nog uitkomen.
En hoe zit het met jullie sportieve prestaties?