Toen God bezig was aan zijn meesterwerk – de creatie van een leefbare wereld – moet hij toch wel wat gezweet hebben. Zes dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat uit het niets iets creëren dat de moeite waard is. Het is geen evidentie, zelfs niet voor een godheid.
Wat moest hij namelijk allemaal op de wereld neerzetten: licht, lucht, virussen, bacteriën, apen, water, zon, verstand, gevoelens, appels, slangen, mannen en vrouwen. Dat hele zooitje in één weekje uit het niets toveren, vraagt zeker heel wat kracht, moed en zelfopoffering.
Het kan bijna niet anders dat God na die zes dagen pompaf was.
Een mens zou het zeker niet zolang kunnen volhouden, een god heeft ook zijn grenzen.
En zo ontstond een rustdag.
Ik zat nog maar net in het eerste leerjaar of er werd mij al ingepompt dat op zondag de Heer moet herdacht worden. Ik zag het al voor mij: de Heer, zwaar vermoeid na een week werken, uitgeteld in zijn hemelbed. Sint-Pieter zorgt ervoor dat hij maar met mondjesmaat bezoek krijgt. De haak wordt van het telefoontoestel gelegd, zo is de rechtstreekse lijn tussen aarde en hemel even onderbroken. Van computers was er allang geen sprake, dus een bemoedigend mailke sturen naar God kon ook al niet.
Dan maar met zijn allen naar de zondagsmis. Plaats nemen achter de derde pilaar, zorgen voor voor wat ‘kleutergeld’ en voor de rest wat dagdromen.
De mis werd dan voor de categorie ambtenaren, landbouwers en onderwijzers gevolgd door een uitgebreid bezoekje aan de plaatselijke herberg, waarna dan thuis de preek aanhoord moest worden.
Op straffe van twee weesgegroetjes en drie onze vaders is werken op zondag niet toegelaten. Zeg nu zelf, de luiheid en lusteloosheid krijgt alle kansen. Dat is strijdig met één van de zoveel geboden. Stilaan groepeerden zich mensen die vonden dat werken op zondag in feite aan te raden was.
Ze konden dit zelfs aantonen met de bijbel.
Het is namelijk de plicht van de mens om zoveel mogelijk te leven naar Gods voorbeeld: dus werken en nog eens werken.
Werken op zondag kàn onder bepaalde condities.
Het moet gaan over ander soort werk dan dat je gewoonlijk doet.
Dus een slager mag niet op zondag een koebeest versnijden voor de diepvriesvakken.
De Koning mag zijn eega geen nieuw kroontje opzetten.
Frank Vandenbroucke mag niet met de fiets naar de bakkerin rijden, of het zou moeten zijn dat hij minister van arbeid wordt.
De poetsvrouw moet voor die éne dag toelaten dat er stofjes neerdwarrelen op de tafel.
Sergio mag niet zingen onder de douche.
Geena Lisa kan op het familiefeestje niet aankondigen dat ze het even bekeken houdt met Kid Coco worden. Tom Lenaerts mag op zondag geen vragen stellen.
Misschien denk je: ‘wie zal dat controleren?’ Ik weet echter dat God alles ziet, alles hoort en alles ruikt.
Probleem is er wel voor de werkloze.
Wat mag hij dan doen op zondag?
Het moet ander soort werk zijn dan tijdens de week.
Hij heeft geluk, hij mag van alles en nog wat presteren – hij moet er enkel voor zorgen dat hij geen stempel zet op formulieren.
Voor de rest is alles toegelaten, behalve niets doen.
Labels: humor