Een zaterdaggedachte
Als bijna 50'er is zo'n opmerking van je kind een opsteker!:)
Oud zijn. Een mens kijkt er anders naar - naarmate hij zelf ouder wordt.
Als puber vind je iemand van 60 al stokoud. Als midlifer begin men die benaming maar gebruiken voor wezens boven de 80!:)
Toen ik 8 jaar was, spraken we van het oudemannenhuis in onze gemeente. Ik vraag me nog altijd of waar de oude vrouwen terecht konden.
Later werden het bejaardenhuizen met feeërieke namen als 'Home Zonnestraal. Home Vrijzicht. Home Rustplaats'.
En nu zitten we met zijn allen in serviceflats of seniorengemeenschappen.
Toen ik deze voormiddag aan een boekje begon over geheugen, tijd en ouderdom - kwam ik volgende paragraaf tegen.
Je zegt iemand niet gemakkelijk in zijn gezicht dat hij oud is.
Oud zijn anderen, ook al zijn het leeftijdgenoten.
En als je over iemand zegt dat hij oud is, dan is dat onveranderlijk wegens een gebrek of een tekortkoming.
Iemand wordt slecht te been, laat het gesprek langs zich heen gaan - je kunt zien dat hij een dagje ouder wordt.
Wat je werkelijk nooit iemand zult horen zeggen is iets als: "Hij zei vanavond zulke wijze dingen, hij begint echt oud te worden.'
Er mogen handenvol spreuken zijn over de wijsheid van de ouderdom en het verstand dat met de jaren komt, de kille realiteit van ons taalgebruik geeft aan dat er toch iets niet helemaal in orde is met oud zijn.Uit ' De Heimweefabriek' van Douwe Draaisma (Historische Uitgeverij -
2008)
Dierbare bloggers, wanneer is voor jou iemand echt oud? Of welke wijsheid van ouderdom heb je ooit gehoord?
Labels: literatuur